Tegenwoordig moeten we allemaal zichtbaar zijn. Vierentwintig uur per dag bereikbaar voor alles en iedereen. Op één of andere manier moeten we gezien worden. Hunkeren we naar aandacht van anderen. Van vreemden, maar ook van je eigen gezin. Ik werd geïnterviewd over mijn ervaringen.
Inhoud
Een interview als aanleiding
Vorige week vroeg Giza van Nos Juntos mij hoe ik zichtbaarheid ervaar. Zowel als vader en als papablogger. Door haar vragen ben ik daar eens over na gaan denken. Ze interviewde mij in een Zoom-gesprek als onderdeel voor haar cursus ‘zichtbaarheid’ om zo meer inzicht te verschaffen wat anderen onder deze term verstaan en hoe zij dit voor zichzelf kan toepassen. Voor mij was het een mooie eyeopener, want ik keek weer eens goed naar mezelf en de manier waarop ik zichtbaar (wil) zijn.
Wat is zichtbaarheid volgens mij?
Voor het beantwoorden van deze vraag geef ik slechts mijn mening. Deskundigen zullen dit misschien heel anders omschrijven. Ik vind dat zichtbaarheid verdeeld kan worden op twee manieren: lijfelijk en digitaal.
Fysieke zichtbaarheid
Het moment dat je ergens bent met zowel lichaam als geest. Mensen zien je staan, kunnen met je praten en belangrijker nog: aanraken. Je bent in dezelfde ruimte en hebt interactie met elkaar. Je kunt elkaar in de ogen kijken, ziet hoe iemand naar je beweegt. Doordat je echt zichtbaar bent voor anderen bouw je een band op en wek je vertrouwen.
Digitale zichtbaarheid
Het internet is een perfect medium om jezelf tentoon te stellen. Foto’s, filmpjes en teksten plaats je slechts in één klik. Binnen korte tijd kun je een reputatie opbouwen en een beeld van jezelf neerzetten. Door een eigen website in combinatie met social media bouw je een heel verhaal rond jezelf of rond een merk. Digitaal ben je vierentwintig uur per dag, zeven dagen in de week te bezoeken.
Zichtbaar als papa
Als papa is zichtbaarheid iets heel anders. Je kinderen kunnen je misschien wel in huis zien, maar ben je ook daadwerkelijk zichtbaar. Zit je enkel op de bank televisie te kijken of neem je deel aan de activiteiten van de kinderen? Ga je mee op schoolreisje, help je mee op school. Breng je de kinderen weg of ga je mee naar sporten? Zelf vind ik dit nog steeds erg lastig. Ik wil er voor de kinderen zijn, maar merk vaak ook dat ik even geen zin heb of dat het moment niet goed uitkomt. Vaker ‘ja’ zeggen is iets wat ik meer moet doen en houd ik me ook regelmatig voor. Gelukkig zien mijn kinderen mij wel. Weten ze me te vinden als ze mij nodig hebben. Doen we regelmatig leuke dingen en help ik ze bij de dagelijkse verzorging.
Hoe ik kijk als papablogger naar zichtbaarheid
Als papablogger heb ik het vaak over mijn rol in het gezin. Als vanzelfsprekend heb ik het dan ook over mijn kinderen en vrouw. Vanaf het begin breng ik ons geheel in beeld. Onze gezichten zijn herkenbaar. Ik weet dat er heel wat bloggers zijn die slechts handen of de achterkant fotograferen vanwege privacy. Daar heb ik nooit voor gekozen, maar ik snap de anderen wel. Bij het plaatsen van foto’s ben ik wel steeds kritischer geworden. Geen foto’s waarop mijn kinderen in rare situaties zitten of naakt zijn. Wat op het internet geplaatst wordt, gaat er nooit meer vanaf. Foto’s kunnen later in hun leven een rol gaan spelen, net zoals teksten die ik schrijf. Bewust mijd ik daarom bepaalde onderwerpen of vertel ik grappige gebeurtenissen niet.
En toch probeer ik zichtbaar te zijn om samenwerkingen met bedrijven zo goed mogelijk uit te voeren. De emoties die wij hebben op de foto’s kunnen bijdragen aan het beeld wat lezers kunnen hebben over het product of de dienst.
Hoe maak ik Papa’s wereld zichtbaar?
Om ervoor te zorgen dat mijn artikelen gelezen worden is het handig dat mensen Papa’s wereld kennen. Goed, een goede vindbaarheid op Google middels SEO is een absolute must, maar de naam moet blijven hangen. Al ruim vijf jaar lang probeer ik de blog bekend te maken bij anderen. Het logo dat in oktober 2019 in gebruik genomen werd helpt me daarbij. De wereldbol met luier vormt een leuke gespreksstarter met lezers, bedrijven en organisaties. Telkens komt het logo ook terug. Op visitekaartjes en sinds kort op mijn mondkapjes. De naam staat op mijn tassen die ik kreeg van Bulbby. Deze gebruik ik echt dagelijks, waardoor de naam elke dag in het straatbeeld komt. Waar ik echt niet zonder kan zijn de socials van Facebook en Instagram. Dat ze optimaler gebruikt kunnen worden weet ik ook wel. Dat heeft eigenlijk nog extra aandacht nodig. Tijdens beurzen en evenementen waar ik ben in ‘functie’ draag ik sinds dit jaar een polo met daarop het logo. Helaas kan dit dit jaar door de Corona niet zo vaak aan.
Wat ik verwacht van professionals in de geboortezorg
Giza werkt in de geboortezorg. Reden voor haar om te onderzoeken hoe zij zichtbaar kan worden. In dat kader stelde zij mij ook de vraag wat ik van professionals verwacht. Wat ikzelf erg fijn vind is dat een professional bereikbaar is. Zodra je iets niet weet, twijfelt wat je moet doen of wilt weten wat je kunt gaan verwachten, dan is het fijn dat je antwoord krijgt van een deskundige. Niet enkel via een telefoontje of vanachter een website, maar daadwerkelijk face to face contact. Jaren terug, toen we ons aan het oriënteren waren op geboortezorg, gingen we naar de Zwangerenmarkt in het CWZ. Daar konden we handen schudden bij meerdere organisaties. Door gesprekken te voeren kregen we een goed beeld en merkten we bij wie we een goed gevoel kregen. Een persoonlijke relatie is dus belangrijk. Kennis delen op allerlei manieren is ook prettig. Zo schreef Giza eerder voor Papa’s wereld een gastblog: Partner bij de bevalling: lijden en leiden Als man vind ik het ook erg belangrijk om gelijkwaardig behandeld te worden. De geboortezorg is grotendeels gericht op moeder en kind. Een echte professional kijkt ook naar de vader (of partner) en gaat ook uit vanuit zijn gevoelens en wensen.
Hoe ervaar jij het?
Ben jij bewust van wat je naar anderen uitstraalt? Doe jij iets om een bepaald beeld van jezelf te scheppen? Of probeer je juist heel erg onder de radar te blijven?
Ik probeer zoveel mogelijk mijzelf te zijn. ‘Echt’ zoals je weleens als populaire term voorbij ziet komen. Dat houdt in dat ik mijzelf zowel op mijn mooist als op mijn lelijkst ‘durf’ te laten zien. De mooie, maar ook mindere momenten. Een volle lach, maar ook verdriet. Niet omdat ik daarmee punten wil scoren. Wel omdat ik gewoon mijzelf wil blijven. Net zoals ik dat inmiddels ook al jaren offline doe. Vroeger was dat heel anders. Als ik terugkijk was ik vooral een ja-zegger, wilde ik mensen pleasen, zag ik er altijd tip top uit en was ik de ideale partner, medewerkster en vriendin. Nu ik dat (en het ego) zo goed als heb losgelaten is dat zó bevrijdend. Afijn, heel verhaal, maar dat riep jouw blogpost bij mij op 🙂
Hoi Rory,
Je weet dat ik jouw instagram regelmatig bekijk. Ik bewonder je lef qua dansjes en verkleedpartijen. Ikzelf durf dat niet zo, past ook niet helemaal bij mij denk ik. Sowieso ben ik niet zo van de ‘gekke’ dingen op camera, maar presenteren durf ik dan weer wel. Ga door met wat je doet en het schijt hebben aan wat anderen ervan vinden. Als jij het maar leuk vind.