“Papa, dat moet toch in de prullenbak?

Onderweg naar school, op de fiets, kijkt Liam naar een slootje langs het fietspad. Normaal gesproken staat daar geen water in, maar momenteel is het hoogwater in de regio. Achter mijn rug hoor ik zijn stemmetje: “Papa, dat moet toch in de prullenbak?” Even kijk ik opzij en zie in het water allemaal rotzooi drijven. Het mannetje achter me wordt langzaam aan bozer.

“Je mag dat toch niet zomaar op de grond gooien? Hoe komt dat in het water? Dat is toch slecht voor de natuur, dan gaan de dieren en planten dood.” Mijn oren beginnen te klapperen, een vierjarige vertelt even de waarheid met meer wijsheid dan ik dacht. Hij heeft het echt helemaal door. Waar hij dat geleerd heeft weet ik niet. Op school, een tekenfilmpje? Van mij heeft hij in ieder geval geleerd dat hij geen afval op de grond mag gooien.

Al vaker heb ik de neiging om eens een rondje door het dorp te lopen om wat zwerfvuil op te rapen. Tijdens mijn wandelingen met Nala kom ik zoveel troep tegen dat ik mij er flink aan erger. Op de fiets, tijdens dat ritje, spookt deze gedachte door mijn hoofd. “Papa, die dat daar neergegooid hebben, die moet je heel hard op de billen slaan en zeggen dat ze het op moeten ruimen.” Het ventje werd echt pissed.

Enkele dagen terug kreeg ik een idee nadat op het hondenveldje een grote berg blikjes bier lag. Sommige nog flink gevuld. Snel haalde ik thuis een plastic hero zak en een grijper (ooit eens gekregen) en ging aan de slag. Een buurvrouw bedankte me dat ik dat deed. Het idee was geboren, wat als ik nu eens samen met Liam een rondje zou lopen terwijl we afval zouden opruimen? Ik haalde de bolderkar tevoorschijn bekleedde deze aan de binnenkant met plastic hero zakken en nam wat rollen mee. Samen werden Liam en ik een opruimteam.

We begonnen in onze eigen straat. Sigarettenpeuken, vuurwerkstokjes, lege blikjes en nog veel meer verdween in de zak. We wezen elkaar het vuil aan en maakten er soms een wedstrijdje van wie het als eerste te pakken kreeg. Na een kwartiertje was de straat schoon, maar de bolderkar was nog lang niet vol. We liepen dus iets verder, staken de weg over en kwamen bij het andere hondenveldje. In de struiken zagen we een aantal folders liggen. Hoe dichterbij we kwamen, des te meer vonden we er. Achter het transformatorhuisje bleek een folderjongen zijn complete krantenwijk gedumpt te hebben. Alle folders en plastic verpakkingen lagen er op een hoop. De wind had al heel wat verspreid. Liam en ik keken elkaar aan en maakten een plan van aanpak. Hij ging overal de losse stukken ophalen en ik zorgde ervoor dat de grote berg in zakken belandde. Vol ijver werkte het mannetje. Hij had er plezier in en ik zag dat hij zijn boosheid op de vervuilers op een positieve manier gebruikte.

Nadat we al een tijdje bezig waren, kwam Chantal langslopen met Nala en Kyran. Ze hielp eventjes mee en het was duidelijk dat ze ook trots was op een kleine harde werker. Na al dat werken hadden we wel een kop warme chocomelk met slagroom verdient. Samen met Kyran en de hond ging ze alvast vooruit om alles klaar te maken. Liam en ik gingen nog even door. We moesten de kar zelfs een keer leegmaken tussendoor omdat de wieltjes begonnen door te zakken. Na alle folders liepen we nog even langs een slootje en grepen met de grijpstok waar we bij konden. Telkens wees Liam nog een stuk vuil aan wat we moesten pakken. Hij was er zo druk mee bezig, dat hij niet eens merkte dat een buurvrouw voor het ruim een dikke duim op stak.

Over een tijdje krijgen we van iemand een andere bolderkar, een stevigere. Wellicht dat we daar ook een rondje mee kunnen lopen. De gemeente heeft van mij een melding gekregen per mail of ze de rotzooi op komen halen, maar tot nu toe geen gehoor gekregen. De mensen in het dorp waren in ieder geval blij dat er een klein stukje opgeruimd was.

Schrijver: Papa's wereld

Leave a Comment

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *