Als klein kind ging ik met mijn ouders mee naar de kerk. Dit was heel normaal in mijn familie, iedereen ging. Je bad mee, je zong mee en haalde de hostie. Voor de communie ging ik naar speciale kerklessen, en later ook voor het vormsel. Thuis las ik wel eens in de kinderbijbel of in kleine boekjes met christelijke verhalen die ik van mijn oma kreeg. Problemen had ik er niet mee, de verhalen leken me erg logisch en echt.
Inhoud
Sprookjesboek
Later ben ik meer gaan nadenken voor mezelf en besefte ik dat een boel van de verhalen een mooi sausje gekregen hebben. Oneerbiedig noem ik de bijbel dan ook wel eens een mooi sprookjesboek met een kern van waarheid in de verhalen. Misschien is het niet eens oneerbiedig. Degenen die me kennen weten dat ik van sprookjes houd. Lees ze graag voor aan kinderen op de bso, lees ze voor mezelf en ga graag naar de Efteling. Ja, die sprookjes hebben vaak een happy end, maar als je naar de originele versies kijkt zijn ze vaak net zo gruwelijk en bevatten ze evenveel kernen van waarheid. Is het niet zo dat we altijd al verhalen gebruikt hebben om een moraal door te geven aan anderen?
Dopen of niet?
Chantal en ik hebben het er wel eens over gehad, wat als wij een kleine krijgen, wordt die dan gedoopt? Ik twijfelde, het is een traditie in mijn familie en ik ben gelovig opgevoed. Chantal niet, ook niet gedoopt. Voor haar hoefde het niet, maar als ik het wilde… Ik stelde mezelf maar eens wat vragen, wat wilde ik eigenlijk? Hoe gelovig ben ik en hoe wil ik mijn kind daarin opvoeden?
Mijn werk en de kerk
Al een tijd lang worstelde ik met mijn geloof. Nou ja, misschien meer met het instituut kerk en de manier van uitdragen van het geloof door mensen. Als (mannelijk) pedagogisch medewerker op een buitenschoolse opvang werd het voor mezelf steeds moeilijker om naar de kerk te gaan. Het nieuws barstte van de ene priester na de ander die aangeklaagd werd voor seksueel misbruik van kinderen. Tegelijkertijd kennen we allemaal de situatie rond ‘Het Hofnarretje’ en alles wat er daarna nog uitgekomen is. Hoe kan ik als mannelijk kinderverzorger naar een instituut gaan waar kinderen veilig zouden moeten zijn en er zwaar getekend uitkomen? Inderdaad, het gebeurt niet overal en ik moet ook niet iedereen over één kam scheren, maar die eeuwenlange doofpot terwijl er heel wat mensen vanaf hebben moeten weten.
Niet mijn belijdenis
“Door mijn schuld, door mijn schuld, door mijn grote schuld.”De schuldbelijdenis stuit me al jaren tegen de borst. Als ik de kerk in kom wordt me in de gebeden constant een schuldgevoel aangepraat waar ik me niet mee kan vereenzelvigen. Ik merkte dat ik steeds meer onderdelen van de misviering niet meer meedeed. Het was niet meer mijn plek om het geloof te belijden.
Mijn eigen geloof
In de loop der jaren heb ik voor mezelf een nieuw soort geloof ontwikkeld. Een stukje katholieke basis, een stukje vanuit het spirituele en een stukje vanuit het gezonde verstand. Heb ik die, nou ja, wat ik voor mezelf als gezond verstand beschouw. Voor mij staat voorop dat je mensen met respect moet behandelen en dat de basis daarvan bij het gezin ligt. In de opvoeding. Je hebt je eigen keuzes te maken en je kiest er zelf voor of je fatsoenlijk met mensen om gaat. Je kiest zelf of je mensen helpt zonder daarvoor wat terug te verwachten en je kiest zelf om op het rechte pad te blijven. Dat sommigen daarvoor een leidraad nodig hebben in de vorm van een geloof, prima, maar voor mij hoeft het niet. Geloof is voor mij iets wat je doet en niet wat je in een kerk geleerd krijgt.
Ze mogen zelf kiezen
Kortom, ik heb besloten om mijn kind(eren) niet te laten dopen. Als hij of zij dit later zelf wilt, prima, geen probleem. Het mag van mij zelf kiezen wat het wil, al wordt het moslim, boedhist of Jehova. Als in de basis maar ligt dat de belangrijkste waarde liggen in hoe jezelf omgaat met anderen en een ander geen geloof opdringt. Wil mijn kind later een keer naar de kerk, dan wil ik best mee gaan om ondersteuning te bieden en relativering te geven.
Terwijl ik dit stuk schrijf schiet een lied van Gerard van Maasakkers me in gedachten:
Kerk heeft voor mij nog wat nostalgisch, een herinnering uit mijn jeugd. Familie bij elkaar met daarna mooie en gezellige momenten thuis. Het was een stukje van onze familiebeleving. Ik kreeg het automatisch mee van thuis, mijn kind mag ervoor kiezen. Mag ik Van Maasakkers nog een keertje aanhalen? Waar hij grotendeels verwoord wat ik denk? Luister maar even met me mee:
mooi geschreven!!