Man up: ik raak mijn angst voor werken met machines kwijt

SquareLite_2018417222037972.jpgEen beetje man moet om kunnen gaan met gereedschap. Een spijker in één slag in het hout slaan, als boter door hout zagen en een perfecte naad lassen. Een beetje man staat zijn mannetje in de werkplaats en laat de vonken van het aambeeld spatten. Tijdens mijn opleiding noemde de docent handvaardigheid mij een prutser. Dat bedoelde hij niet negatief. Hij zag mij als iemand die met allerlei materiaal bezig zag, zolang er maar niet machinaal gezaagd hoefde te worden. Zo min mogelijk boorwerk en de laskamer vermeed ik al helemaal. Nee, elektrisch gereedschap was niet besteed aan mij. Hij genoot ervan waarmee ik op de proppen kwam. Misschien technisch niet correct, maar altijd vol fantasie.

Als kleine jongen kwam ik regelmatig in aanraking met puntlassen bij de hobbyclub. Ik wilde het zo graag, maar vond het doodeng. Die rondvliegende vonken maakten het er niet beter op. Als ik iets wilde boren, dan draaide het voorwerp rond en trok ik mijn handen snel weg. Nee, gereedschap met een stekker was niet echt iets voor mij.

Samenwonen met Chantal bracht me in de situatie dat ik toch regelmatig wat moest zagen. De decoupeerzaag ging al regelmatig door hout heen. Voorheen deed ik alleen maar aan figuurzagen. Kleine gaatjes werden geboord, zolang het maar niet in de muur hoefde. Ik heb namelijk de gave om altijd de zwakke plek in de muur te vinden en daarmee een groter gat te veroorzaken dan nodig is. Een echte klusser werd ik er niet van, maar er kwamen in ieder geval dingen uit handen.

Weet je waar ik ook altijd bang voor ben geweest? De frituurpan. Dat borrelende vet met het harde geluid als de bevroren frikandellen er in gaan. Altijd had ik de angst dat het vet mijn kant op zou spatten en ik daarna met brandwonden zou rondlopen. Samenwonend werd ik degene die de frietjes ging bakken in de schuur. Gewoon doen, rustig de tijd ervoor nemen. Tegenwoordig maakt het me niks meer uit en heb ik die angst overwonnen.

Zo’n vier jaar geleden kwam ik bij de tingieterij werken als tekstschrijver. Bij het meekijken in de werkplaats kreeg ik de drang om ook aan de slag te gaan. Leren hoe ik om moet gaan met het gereedschap en met gietlepels vol vloeibare tin. Stukje bij beetje werden me dingen gevraagd om te doen. Een keer helpen met schuren van onderdeeltjes, afknippen van metaalresten, spullen klaarleggen. Gewoon de simpele dingen zoals een jongen dat vroeger zou doen bij een ambachtsman. Ineens kwam die dag dat de gietlepel in mijn handen weed gedrukt. De baas dacht dat ik het al vaker had gedaan. Met knikkende knieën stond ik daar. Een grote open ‘frituur’ waarvan het vet overgegoten moest worden naar de machine aan de andere kant. Dat ook nog eens op een speciale manier omdat de gieting anders ging mislukken. Klamme handen en zweet op mijn voorhoofd. Toch zette ik door en deed me wat gevraagd werd. Eindelijk kreeg ik deze taak waar ik al op gehoopt had. Weer een grens overwinnen. Inmiddels heb ik er al een flink aantal gieturen gemaakt en doe ik dit nu zonder angst. Enkel nog frustratie als de mallen niet vollopen. Ik ben er nog geen ster in, daarvoor zijn nog heel wat uren nodig. Toch zijn er al heel wat spelers over de hele wereld die spelen met de poppetjes die ik gegoten heb.

Vandaag kreeg ik weer eens een nieuwe opdracht. Bij de tinnen rozenblaadjes moesten de randen schoon gemaakt met een polijstborsteltje die werkt op luchtdruk. Ik werd trots op mezelf, want ik ging er met andere gedachte in. Geen angst, maar nieuwsgierigheid of ik dit zou kunnen. Lukte het dan lukte het en anders had ik het in ieder geval geprobeerd. Na twintig testers kreeg ik te horen dat ze goedgekeurd waren en kon ik de bak afmaken. Hoppakee, weer iets wat me gelukt is en weer een machine waar ik zonder problemen mee kan werken. En nog fijner, het was nog leuk om te doen ook. Je ziet in je handen het voorwerp verbeteren.

Nee, een handige klusser ben ik nog steeds niet. Een vakman kun je mij absoluut niet noemen. Ik produceer, ik maak dingen vaker naar tevredenheid en ik heb er plezier in. Steeds vaker daag ik mezelf uit en wordt ik uitgedaagd. Laat maar komen. Zelfs als het me weer even klamme handen oplevert. Ik wil verder, meer kunnen en mezelf blijven overwinnen.

Schrijver: Papa's wereld

Leave a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

    • Heb je blog net gelezen en herken er inderdaad dingen in. Die perfectie is killing. Ik krijg dan ook regelmatig te horen dat Ik te netjes wil werken en daarom te langzaam ga. Het product te goed wil maken. Wellicht voor mij een manier om te compenseren voor de dingen die ik (nog) niet kan.
      Ikea meubelen vind ik juist leuk. Ook die lukken niet altijd meteen perfect, maar ze zijn in principe makkelijk te doen. Alles is al voorgeboord en je hoeft eigenlijk net als bij Lego het boekje te volgen. Lego voor volwassenen.

  • Ik ben nooit een klusser geweest, alles hing net scheef, irritatie aan afwerking en angst om het te vernachelen. Je weet wel, net te kort afzagen, of een schroef net op de verkeerde plek zetten en met een gat blijven zitten.

    Ben er achter gekomen dat de beste remedie echt is: doen. Heb met wat vrienden een speelford in de achtertuin geplaatst (https://www.instagram.com/p/BYpa_g3DuoU/?taken-by=hobbyboertim). Letterlijk een belachelijke hoeveelheid hout bestellen (en te weinig hebben), vrienden uitnodigen, buurman en buurman taferelen uitvoeren, powertools kopen en doen. Project is groot genoeg dat wat kleine foutjes niet zo gek erg zijn, en aangezien niemand zoiets ff maakt zonder plattegrond, is jezelf dingen afvragen helemaal niet zo gek.

    Goed bezig!

  • Ik vind dit als vrouw super herkenbaar. Ik ben ook een angsthaas als het om groot materiaal gaat. Een spijker in de muur slaan lukt nog wel en figuurzagen vind ik ook leuk maar als het op het zwaardere geschut aankomt ben ik weg. Heel knap dat je je angst hebt overwonnen en wat gaaf dat je de kunst van het tin gieten mocht leren!