Het was ergens vorige week dat ik net een half uurtje bezig was op het werk. Terwijl ik tussen de kids rondloop met mijn eerste koffie van de dag, rent een jochie op mij af: “*** heeft bloed!” Als een jochie van net vijf op mij af komt met die opmerking, denk ik al snel aan een krasje op een vinger. Het bleek toch wat anders.
Al snel kwam een even oud jongetje erachteraan. Zijn hand voor zijn voorhoofd, hard huilend. Tussen zijn vingers door druppelen wat bloedspetters op de grond. Om hem heen verschijnt meteen een legertje aan pottenkijkers.
Ik stuur de andere kinderen resoluut weg om het jochie in alle rust te kunnen helpen. Een collega werp ik een natte doek toe om snel de druppels overal op te ruimen. Een tweede doek gebruik ik om de voorhoofd van het jongetje schoon te maken. Direct erna kan ik zien wat er daadwerkelijk speelt. Een sneetje in zijn voorhoofd wordt duidelijk.
Terwijl ik hem met mijn woorden kalmeer en door vragen te stellen erachter kom dat hij met zijn hoofd tegen de verwarming was gevallen, geef ik hem een beker water in handen. Rustig drinkt hij het op, zittend op de bank. Een vriendje zit naast hem en houdt hem in de gaten. Ondertussen rommel ik in de ehbo-doos op zoek naar een pleister waar ik een zwaluwstaartje van kan maken. Mijn collega is de ouders aan het bellen om met het jongetje naar de huisarts te gaan. Gezien de diepte van het wondje vermoed ik dat het een gevalletje lijmen wordt. Al snel vind ik iets wat kan helpen en plak het wondje dicht. Met een extra gaasje zorg ik ervoor dat er niks meer te zien is voor de andere kinderen.
Het jongetje is uiteindelijk gekalmeerd en blijft even rustig op de bank zitten. Inmiddels heeft hij zijn handen gewassen om het bloed weg te spoelen. Dan komt mijn collega met een huilend meisje. Overstuur omdat ze niet tegen bloed kan. Ik neem haar mee naar het jochie en laat haar zien dat alles verstopt zit en het niet meer bloed. Ik vertel wat dokter Maarten gedaan heeft en ze trekt weer helemaal bij. Ehbo voor de geest.
Al snel komt moeder het jochie ophalen om naar de huisarts te gaan. Na kort verteld te hebben wat er gebeurd is, knikt ze en bedankt ze me voor de eerste zorg. Een paar uurtjes later komt ze terug. “De dokter vroeg wie hem zo behandeld had, ze had het zelf niet beter gekund”, vertelde de moeder me. Ik voel een tinteling van trots door me heen gaan. Op dat moment komt alle adrenaline er uit. Alles is dus goed. Het wondje is inderdaad gelijmd zoals ik al vermoedde. Aangezien moeder thuis kon werken bleef haar zoontje de rest van de dag thuis.
De normale schoolweken zijn weer begonnen. Buiten, langs het raam, zie ik het jochie lopen. Van afstand kijk ik naar het wondje. Al snel komt hij zelf dichterbij om het korstje te tonen. De volgende dag laat hij het weer zien: “Is het korstje al goederder?” Ik knik, ja het geneest goed.
Die avond bij het ophalen staat moeder met haar zoontje voor me. In zijn hand een zakje chocolaatjes met een kaartje: “Dank je wel voor je goede zorgen toen ik gevallen was.” had zijn moeder erop geschreven. Zelf had hij heel groot zijn naam erop gezet.
Ondanks dat eerste hulp gewoon bij mijn werk hoort, werd ik speciaal hiervoor bedankt. Het raakte me. Elke dag zorgen voor kinderen, ruzies oplossen, regels handhaven en binnen kort tijdsbestek (tsja bso) veel werk verrichten wordt over het algemeen wel redelijk gewaardeerd, maar zo’n klein stukje extra waardering maakt een heleboel momenten goed.
Aangezien ik het werk niet alleen doe, heb ik het zakje chocolaatjes op het werk gelaten voor al mijn collega’s. Zonder hen zou ik mijn werk immers niet kunnen doen.
goed gedaan,toppie
Wat heerlijk om zo’n dankbaar gebaar te ontvangen. Dat doet je goed. En jij hebt het allemaal goed opgelost.TOP.
Goed gehandeld. Je bent een topper!