Ik zit lekker te schrijven en zit in een heerlijke flow. De woorden komen vanzelf op het scherm te staan terwijl mijn vingers door blijven tikken. Een klein ventje, bijna drie maandjes oud, ligt op mijn buik te slapen. Nu nog wel.
Een paar minuten later voel ik de eerste bewegingen en weer een paar tellen later hoor ik de eerste zachte kreet. Mama is niet vlak in de buurt, dus ik weet wat er komen gaat. Meneer wil de tiet. Niet straks, maar nu. NU! Het duurt dan ook niet lang voordat de complete sirene aan gaat.
Een kreet, een gil, nog een kreetgil en het gaat steeds harder en sneller achter elkaar. Meneertje zet het op een schreeuwen. Mijn vingers proberen tijdens het troosten door te tikken aan het verhaal. Maar wat ze ook doen, ik zie de spelfouten verschijnen. Verkeerde aanslagen op het toetsenbord. Rare kromme zinnen die niet meer met elkaar samenhangen. Yups, hij heeft mijn hersenen uitgeschakeld.
Met z’n doordringende krijshuil krijgt hij het voor elkaar dat ik niet meer helder kan denken. Ik loop wat door de kamer en wieg hem op mijn schouder. Mijn oor wordt bijna doof door zijn hoge en harde geluiden. Chantal vraagt ondertussen wat aan me. Geen idee wat. Ik hoor haar woorden, maar ik krijg ze niet verwerkt. Zelfs als ik een antwoord wil geven moet ik erg mijn best doen om te zeggen wat ik denk. Het is bizar dat ik zelfs mijn eigen gedachten niet meer kan ‘horen’.
Ik weet het, als een baby huilt heeft dat zijn reden. Honger, slaap, een volle luier, aandacht, ziekjes. Hun manier van praten tegen papa en mama. Begrijp me niet verkeerd, ik ben blij dat hij zijn behoeften aangeeft. Het is enkel jammer dat het met zoveel geluid moet.
Ja…Maarten…Kyran kan goed zijn mond open trekken. En daarna is het weer lachen met dat manneke. Het hoort er allemaal bij.