Gisteravond schrok ik me kapot. Een schreeuw door de babyfoon die door merg en been ging. Hoewel Chantal naast Liam in bed lag, stoof ik naar boven. Daar zat ze, met haar hand troostend over zijn bolletje. Zijn ogen staarden een beetje wezenloos rond.
Op het moment dat ik de slaapkamer op kwam, was de kleine man half wakker. Hij mompelde wat onverstaanbaars. Geen idee wat hij allemaal uitkraamde. Ik keek Chantal vragend aan, maar ook zij moest een antwoord schuldig blijven.
Vanochtend zat hij ineens rechtop in bed, flink in paniek. Zijn ogen vol vuur: “Nala is in het water, we moeten Nala redden. We moeten tak zoeken en zakken, dan kan Nala pakken.” Chantal en ik keken elkaar wederom vragend aan. Alsof hij een kopieerapparaat was, herhaalde hij zijn mantra een paar keer achter elkaar. Totdat bij mij het belletje ging rinkelen.
De avond ervoor had ik weer voorgelezen uit het filmboek van ‘Woezel en Pip op zoek naar de Sloddervos‘. Na een hoge duik met een slee van de berg af, landt Woezel in het water en moet worden gered door zijn vriendjes. Uiteindelijk lukt het ze door hem met een tak uit het water te trekken terwijl ze op een boomstam staan. Onder het voorlezen pakte Liam mijn arm vast en op zijn gezicht was de spanning te lezen. Na het lezen ging de lamp uit en hoorde ik hem in het donker nog even snel een stukje van het verhaal doornemen.
In zijn droom heeft hij de karakters verwisseld. Ineens waren wij de vriendjes uit de Tovertuin en speelde Nala de Woezel-rol. Bij het wakker worden, was het verhaal nog zo blijven hangen dat Liam niet geloofde dat Nala niet in het water lag. Kort ervoor was ik beneden naar het toilet geweest en had ik onze hond alvast lekker laten rondlopen in de achtertuin. Ik plukte mijn ventje uit bed en nam hem op mijn arm mee naar het raampje bij de trap. Een paar tikjes op de ruit en Nala kwam met de tong uit haar bek van achter een speeltoestel aanrennen. “Huh! Nala? Is niet in water?” Liam kon met eigen ogen zien dat ze veilig was. We hoefden onze hond niet te redden.
Kort legde ik uit dat als je slaapt dromen kunnen komen die heel erg echt lijken, maar toch niet echt gebeuren. Of hij het helemaal begrepen heeft weet ik nog niet. Daar komen we nog wel een keertje achter. Dat hij blij was om Nala even later te kunnen knuffelen was in ieder geval een mooi moment.
Met het boek in mijn handen liet ik hem zien wat hij gedroomd had. De plaatjes die hij de avond ervoor gezien had en die hij in zijn dromen weer gezien had: “Oh ja, haha, niet echt.”
Vanavond? Vanavond lezen we het laatste stuk uit dit boek. Compleet met alle stemmetjes die ik constant gebruikt heb. Eens kijken of we de Sloddervos kunnen vangen, of……
Ook kleine kindjes kunnen dromen…dat weet je nu in ieder geval.